George Hendrik Breitner, 1857 - 1923
George Hendrick Breitner was een Nederlandse kunstenaar en fotograaf. Hij is een belangrijke figuur in het Amsterdamse impressionisme.
Dit is echter niet het heldere en kleurrijke impressionisme dat we gewend zijn als we kijken naar Franse kunstenaars (die je ook kunt vinden in onze collectie Oude Meesters). Breitner is een vertegenwoordiger van het zogenaamde "donkere" of "zwarte" impressionisme.
De kunstenaar is vooral bekend om zijn realistische schilderijen van straatscènes en havens. Hij schilderde in de open lucht en raakte geïnteresseerd in fotografie als middel om het straatleven en atmosferische fenomenen - met name regenachtig weer - te documenteren als referentiemateriaal voor zijn schilderijen.
De jonge jaren van George Hendrik Breitner
George Hendrik Breitner werd geboren in de familie van een graanhandelaar. Hij was een moeilijk kind en op 14-jarige leeftijd verliet hij de school en ging aan het werk om in zijn vrije tijd te tekenen.
Nadat Breitner verschillende lessen had gevolgd bij de Rotterdamse schilder Kristoffel Nerdenberg, herkende hij het talent van de jongen en overtuigde hij zijn vader om zijn ontwikkeling niet in de weg te staan.
In 1876 ging G.H. Breitner naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. In Den Haag ontmoette Breitner vertegenwoordigers van de Haagse School - zoals Joseph Israel, Jacob Maris en Anton Mauve.
In 1880 werd Breitner uit de academie gezet wegens ziekteverzuim en discipline. Hij werd echter al beroemd dankzij zijn 'paardendoeken' - zozeer zelfs dat Hendrick Willem Mesdach hem opdroeg om de cavalerie aan de kust uit te beelden in zijn beroemde panorama van Mesdag in Scheveningen.
In 1882 ontmoette de kunstenaar Van Gogh, met wie hij door oprechte vriendschap verbonden was. Samen gingen zij in de straten van Den Haag schetsen, op zoek naar de meest interessante soorten arbeiders en dienstmeisjes.
Twee jaar na de dood van Van Gogh gaf Breitner echter toe dat hij Van Goghs schilderijen niet mooi vond. "Ik kan er niets aan doen, maar het lijkt me dat dit een kunst voor de Eskimo's is, ik kan er niet van genieten".
In 1884, nadat hij het panorama van Mesdag had voltooid, vertrok Breitner naar Parijs, waar hij in het atelier van Fernand Cormon werkte. In 1886 keerde hij terug naar Nederland, naar Amsterdam, waar hij tot aan zijn dood woonde en werkte.
Oeuvre van Breitner
G. H. Breitner liet zich niet meeslepen door de ideeën van de Franse "felle" impressionisten, zijn schilderij wordt na zijn verblijf in Frankrijk nog inhoudelijker, "waarheidsgetrouwer" en somberder. Breitner is een vertegenwoordiger van het zogenaamde "donkere" of "zwarte" impressionisme.
De kunstenaar tekende de gezichten van Amsterdam, straatscènes, verbeeldde stedelijke ambachtslieden, huisvrouwen, havenarbeiders, zwerfhonden, enzovoort. Vaak roepen deze werken bij de toeschouwer gevoelens van moedeloosheid en hopeloosheid op.
Naast de "straat"-schildering schilderde de kunstenaar ook stillevens, portretten en vrouwelijke naakten. Zijn schilderijen met afbeeldingen van meisjes en vrouwen gewikkeld in kimono's zijn het meest bekend.
Breitner's nieuwe liefde: fotografie
Rond 1889 ontdekte de kunstenaar de kunst van het fotograferen. Breitner begon te experimenteren met deze nieuwe technologie en gebruikte de foto aanvankelijk alleen als hulpmiddel bij het maken van schilderijen. Met de ontwikkeling van het meesterschap werden zijn foto's echter een belangrijk individueel onderdeel van zijn oeuvre.
De camera vergezelde de kunstenaar bijna altijd in de laatste jaren van zijn leven. Breitners foto's (en daarna meer dan 2.000 negatieven) zijn waardevolle getuigenissen van het leven en het leven van Amsterdam aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
Breitner's werk is te vinden in diverse musea
De kunst van G.H. Breitner was erg populair. Hij stierf aan een hartaanval. Een groot aantal Amsterdammers kwam naar zijn laatste reis. Vandaag de dag zijn Breitners kunstwerken te zien in wereldberoemde musea, zoals het Rijksmuseum, Musée d'Orsay, Art Institute of Chicago.