Charles-François Daubigny, 1817 – 1878

Het vroege leven van Charles Daubigny

Daubigny werd in 1817 in Parijs geboren. Charles-François Daubigny, afkomstig uit een schildersfamilie, werd al heel vroeg door zijn vader, Edmé-François Daubigny, en zijn oom, de miniatuurschilder Pierre Daubigny, met deze kunst in aanraking gebracht. Hij was een leerling van Jean-Victor Bertin, Jacques Raymond Brascassat en Paul Delaroche.

In 1835-1836 bezocht Daubigny Italië, en in 1866 ging hij naar Nederland, Engeland en Spanje. Maar deze reizen zijn bijna niet terug te vinden in het oeuvre van de kunstenaar. Bijna al zijn werk was gewijd aan de Franse landschappen.

Al in 1838 nam hij deel aan tentoonstellingen met zijn landschappen van de klassieke richting, maar werd pas begin jaren 1850 erkend.

In 1840 verdiepte hij zich in de techniek van het etsen. De klassieke tradities in de schilderkunst kenmerken Daubigny's vroege werken, maar mettertijd wordt de schilder aangetrokken door realistische landschappen. Deze trend wordt aangegeven door het schilderij "De Oogst" (Musée d’Orsay, Parijs), dat in 1852 op de Parijse Salon werd tentoongesteld.

Daubigny in Barbizon

Het belangrijkste genre in de Franse schilderkunst van de jaren 1840-50 is het landschap. Het wordt geassocieerd met de opkomst van een realistische richting in de Franse kunst.

In deze jaren begon een groep kunstenaars onder leiding van Theodore Rousseau regelmatig in het veld te werken. Hun favoriete plek was het dorp Barbizon in het bos van Fontainebleau. De kunstenaars van Barbizon probeerden te ontsnappen aan de ondeugden van het sociale leven in de stad en wendden zich tot de schoonheid van de natuur, in tegenstelling tot de harmonie van de natuur met de disharmonie van de samenleving.

Charles-François Daubigny werkte niet veel in Barbizon zelf. Maar zijn opvattingen over kunst, de aard van zijn werk zijn organisch verbonden met deze groep Franse landschapskunstenaars.

Zijn eerste verblijf in 1843 in Barbizon stelde hem in staat om in het hart van de natuur te werken en veranderde zijn manier van schilderen. Het bos van Fontainebleau was zijn inspiratiebron geworden.

Dichter bij de natuur: schilderstudio in een boot.

In een poging om dichter bij de natuur te komen, bouwde Daubigny een boot-studio, die op de Oise en de Seine dreef.

Tijdens het varen in een bootwerkplaats maakte Daubigny veel olieverfschetsen en een serie prachtige etsen uit 1862, genaamd "Journey in a boat".

Bijna jaarlijks werkt Daubigny in het botenatelier verder aan zijn schetsen. Dobigny droomt er tegelijkertijd van om gegeneraliseerde monumentale beelden, schilderijen met een "grote" stijl en een "grote" inhoud te maken.

Daarom zijn Charles-Francois Daubigny latere werken in grote formaten gemaakt.

Daubigny's relaties met impressionisten

In 1864 was Charles-François Daubigny een van de eerste exposanten op het Salon van de Nationale Vereniging voor Schone Kunsten.

In 1866 trad hij voor het eerst toe tot de jury van het Salon van Parijs, samen met zijn vriend Corot.

In datzelfde jaar bezocht Daubigny Engeland en ging er in 1870 opnieuw heen, in ballingschap, vanwege de Frans-Pruisische oorlog. Hij ontmoette Claude Monet in Londen, met wie hij naar Nederland vertrok.

Terug in Auvers ontmoette hij Paul Cézanne en andere schilders die verbonden waren met de impressionisten. Hij wekte de bewondering van Vincent Van Gogh die in 1890 Le Jardin de Daubigny schilderde, een van zijn laatste schilderijen in Auvers-sur-Oise.

Daubigny had een grote invloed op de impressionisten. Net als de impressionisten gaf hij niet om de juistheid van de lijnen of de nauwkeurigheid van de details en gaf hij de voorkeur aan een brede manier van schilderen.

Daubigny bereikt de volheid van de werkelijkheid niet door details nauwgezet uit te schrijven, maar door kleur. Het is geen toeval dat Dobignya de jongeren, waaronder Claude Monet, Auguste Renoir en anderen, hielp om hun werk te exposeren op de Salon van 1868.

Charles-François Daubigny overleed op 19 februari 1878. Hij ligt begraven in Parijs op het kerkhof van Père-Lachaise. Hij is de vader van de schilder Karl Daubigny.

Werk van Daubigny in verschillede museale collecties

Daubigny's schilderijen worden gepresenteerd in tal van musea en galerieën, waaronder:

• Rijksmuseum, Amsterdam
• Louvre, Paris
• Musée d'Orsay, Paris
• National Gallery of Art, Washington D.C.
• Metropolitan Museum of Art, New York
• National Gallery, Londen
• Birmingham Museum
• Hermitage Museum, Saint Petersburg