Floris Verster, 1861 - 1927
Floris Henrik Verster van Wulverhorst, bekend als Floris Verster, was een Nederlandse schilder. Hij schilderde vooral bloemstillevens, maar ook landschappen, stadsgezichten en soms ook mensen.
Hij veranderde meerdere malen van stijl en was zowel in de schilderkunst als in de grafiek succesvol. Aan het eind van zijn leven leed hij echter onder creatieve crises en tekende hij minder. Lees hieronder meer over het leven van de kunstenaar!
Wilt u een van de meesterwerken van Floris Verster aan uw muur? Verster's werk is onderdeel van onze collectie Oude Meesters.
Het vroege leven en opleiding van Floris Verster
Verster kwam uit een artistieke familie. Zijn vader, Abraham Florentius Verster van Wulverhorst, was administrateur van het Nationaal Natuurhistorisch Museum in Leiden. Hij was ook een bekend ornitholoog en tekenaar.
Zijn jongere broer Cees ontwikkelde zich tot kunstcriticus en later tot conservator van het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden.
Floris volgde tekenlessen bij Gerardus Johannes Bos en in de winter van 1878-79 bij George Hendrik Breitner.
Tussen 1880 en 1884 vervolgde Verster zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag waar hij tot zijn medestudenten George Hendrik Breitner, Isaac Israëls en Willem de Zwart behoorde.
Hij voltooide zijn opleiding in 1884, waarna hij zes maanden les kreeg van Amédée Bourson in Brussel.
Eerste artistieke periode van Verster
In 1882 namen Floris Verster en Menso Kamerlingh Onnes samen hun intrek in een studio.
Verster ontmoette zijn zus Jenny Kamerlingh Onnes. Ze verloofden zich in 1888 en trouwden in oktober 1892.
Tot ongeveer 1885 richtte Verster zich op het Nederlandse weidelandschap met boerderijen, schuren, vijvers en waterwegen onder een grijze wolkenlucht. Zijn stijl was sterk geïnspireerd op die van de Haagse Schoolschilders, zoals in het schilderij De Boerderij.
In 1885 maakte hij voor het eerst een stilleven (van uien). Hij werd beïnvloed door zijn zwager Kamerlingh Onnes en de Franse schilders Antoine Vollon en Théodule Ribot.
Rond 1884, tijdens zijn verblijf in Brussel, ontmoette Verster Jan Toorop en andere leden van de avant-garde kunstenaarsgroep Les Vingt.
Hij sloot zich aan bij hun avant-gardestijl, met een uitbundig kleurgebruik en een ruwe toets. Vanaf 1888 begon hij grote bloemstillevens en landschappen te schilderen. Door het gebruik van gekleurde glasplaten, zilverpapier en spiegels gaf hij zijn schilderijen een licht en kleurrijk effect.
Ook ontmoette hij in 1890 in Amsterdam de dichter-schrijver Albert Verwey, een van de Tachtigers. Hun hechte vriendschap duurde tot de dood van Verster.
Verster's tweede artistieke periode
Rond 1892, ten tijde van zijn huwelijk, bewandelde Verster andere wegen. Hij had het gevoel dat hij was vastgelopen, hoewel zijn stillevens zeer succesvol waren. Hij ontwikkelde zich tot een bedreven graficus en naast zijn vriend Jan Toorop schakelde hij over op pasteltekeningen.
Vanaf 1894 schakelde hij over van pasteltekeningen naar waskrijt en maakte hij precisiewerk, waarbij de afzonderlijke krijtlijnen onzichtbaar werden. Deze verfijnde techniek kostte hem maanden om één tekening te maken. In tien jaar tijd maakte hij meer dan 25 tekeningen in deze trant.
In dezelfde periode schilderde hij ook kleine stillevens van alledaagse voorwerpen met een steeds lichtere kleur, een geconcentreerde vorm en een rustige sfeer. Hij schilderde ook portretten, onder andere van zijn vrouw Jenny en zijn vader.
Verster's laatste jaren
In zijn laatste periode stond Verster bekend als "de kluizenaar van Groenoord". Hij heeft zijn landgoed bijna nooit verlaten. Hij begon zich steeds meer zorgen te maken en twijfelde aan zichzelf en zijn werk. Hij schilderde niet veel meer en het echtpaar werd eenzaam.
Zijn gezondheid ging achteruit en ook zijn vrouw Jenny werd ziek. Ze stierf onverwacht in 1926.
Op 21 januari 1927 werd zijn lijk gevonden in de vijver van Groenoord. Hoe hij aan zijn einde kwam is nooit opgehelderd. Zijn laatste rustplaats was de Groenesteegbegraafplaats.
Floris Verster was een belangrijke kunstenaar in Nederland. Belangrijke werken bevinden zich in het Kröller-Müller Museum en het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden.